Korte Biografie over Mahatma Gandhi

Posted in: Biografieën

Korte Biografie over Mohatma Gandhi

Mohandas Karamchand Gandhi, vaak Mahatma Gandhi genoemd was een Indiaas politicus. Na het voltooien van zijn rechtenstudie vertrok Gandhi naar Zuid Afrika, waar hij zich voor de Indiase bevolkingsgroep inzette. 

Gandhi werd op 2 oktober 1869 geboren in Porbandar, een dorpje in de staat Gujarat India. Hij was de zoon van Karamchand Gandhi, de Diwan, (minister-president) van de provincie Porbandar. Zijn moeder Putlibai, was Karamchand vierde vrouw. Zijn eerste drie vrouwen waren tijdens hun kraambed gestorven. Gandhi werd opgevoed volgens het principe van Ahimsa, wat betekent ‘geen pijn doen aan alle wezens’. Hij was ook vegetariër. In mei 1883 werd de 14-jarige Kasurbai Makhanji aan de 13-jarige Mahatma uitgehuwelijkt zoals het de gewoonte van die streek was. Mahatma zou dit kind huwelijk, een veelvoorkomend verschijnsel, en dat nog steeds bestaat, later in zijn werken bekritiseren. Over de huwelijksdag zelf zei hij eens: “We wisten niet veel over het huwelijk. Voor ons betekende het alleen het dragen van nieuwe kleding, het eten van snoep en spelen met familieleden.’ In 1885, toen Gandhi 15 jaar was, werd hun eerste kind geboren, maar het kind overleefde slechts enkele dagen. Uiteindelijk kreeg het stel vier kinderen. Eerder dat jaar was Karamchand, Gandhi’s vader overleden. 

Gandhi was een goede student aan de Universiteit van Bombay en stond bekend om zijn rechtvaardigheid. Op 19-jarige leeftijd vertrok hij per boot naar Engeland om rechten te studeren aan de Universiteit van Londen. Engeland viel hem tegen. Niet alleen omdat hij eenzaam was, maar ook omdat hij bijna onmogelijk zijn gebruiken kon naleven, zoals vegetariër zijn. Toch wilde hij er graag bij horen en paste zijn kleding aan, in de stijl die toen mode was. 

In 1891 studeerde hij op 22-jarige leeftijd af als advocaat. Eenmaal terug in India kwam hij erachter dat zijn moeder was overleden, wat hem erg aangreep. Hij probeerde voor een advocatenbureau te werken, maar had weinig succes. Een rijke Indiase zakenman bood Gandhi aan om in Natal, een provincie in Zuid-Afrika te gaan werken wat Gandhi accepteerde. Uiteindelijk verbleef Gandhi 21 jaar in Zuid-Afrika. 

De periode in Zuid-Afrika droeg veel bij aan zijn zienswijze. De blanken waren er de baas en behandelden negers en Indiërs minachtend. Gandhi werd een keer uit de trein gezet, omdat hij weigerde met zijn eersteklas kaartje in de derde klas te gaan zitten. Gandhi accepteerde dat niet en spande een proces aan, won, en mocht de volgende keer wel eersteklas reizen. 

In 1894 was hij medeoprichter van de Natal Indian Congres. Het congres probeerde de rechten van de Indiërs die in grote getalen als contractarbeiders in Zuid-Afrika werkte, te verdedigen en te voorkomen dat ze hun stemrecht zouden verliezen. Hij werd leider van de Indiase gemeenschap van Zuid-Afrika en daarnaast runde hij een goed lopende advocaten praktijk. Drie jaar later haalde hij zijn vrouw en kinderen op in India. Echter een vijandige menigte wachtte hen op aan de kade en probeerde Gandhi te vermoorden. Door ingrijpen van de politie bracht hij het er levend vanaf. 

Tijdens de tweede Boerenoorlog in Zuid-Afrika tussen de Britten en de Boeren, (de blanke Afrikaanstalige inwoners van Zuid-Afrika), steunde Gandhi de Britten door een ambulance korps op te richtten. Deze bestond volledig uit vrijwilligers. Gandhi was van mening dat India haar emancipatie alleen door de Britten kon krijgen. Ondanks de Engelse waardering voor het vrijwilligerswerk, verslechterde na deze oorlog de positie van de Indiërs in Zuid-Afrika behoorlijk. 

In 1906 introduceerde Gandhi het begrip “Satyagraha” liefde tot de waarheid. Herstellen van de waarheid, niet door de tegenstander pijn te doen, maar door zelf pijn te verdragen. Door geduld en sympathie moest men de tegenstander van zijn vergissing afbrengen. Hij organiseerde acties rond het geweldloos overtreden van wetten, collectieve arrestaties, weigeren van samenwerken met de overheid, boycots en spectaculaire marchen. Gandhi vond het belangrijk om arm te zijn, want alleen dan kon je geestelijke rijkdom bereiken. Als je rijk was moest je immers aan je bezit denken. Hij gaf zijn luxe op en droeg voortaan een witte zelfgesponnen “Dhoti”, een omslagdoek en eenvoudige sandalen. 

Op 45-jarige leeftijd keerde hij met zijn gezin terug naar India waar hij grootst werd onthaald. India wilde onafhankelijk worden van Engeland en de bevolking hoopte dat Gandhi hen zou helpen. Gandhi besloot zich tegen de Britse regering te verzetten. Deze strijd duurde 28 jaar. Vele malen ging Gandhi in hongerstaking om zijn doelen te bereiken en voerde hij urenlange gesprekken. 

Veel huisnijverheid was in India verdwenen doordat de Britse textielfabrieken in Engeland de Indiase katoen maakten. Gandhi moedigde de mensen aan om weer hun eigen kleding te spinnen. Hierdoor zou de armoede minder worden. Gandhi maakte zich druk over de vuile straten. Hij reisde door heel India om de bevolking te ontmoeten en hen toe te spreken. Toch had Gandhi niet iedereen onder controle, want regelmatig ontstonden branden in Britse winkels. In zijn leven werd Gandhi meerdere keren gevangen genomen en bracht menige jaren in de gevangenis door. Soms voor “opstandigheid tegen de regering of doordat hij weigerde vingerafdrukken te laten nemen. 

In 1945 kreeg Engeland een Labourregering. Deze regering was bereid om India zijn onafhankelijkheid te geven. In India ontstond ruzie wie de nieuwe regering van het “Vrije India” moest worden. Tussen de Moslims en de Hindoes ontstonden conflicten omdat de Moslims een aparte moslimstaat wilde. Gandhi vond dit nieuws afschuwelijk en deed er alles aan om de moordpartijen tussen beide groepen te stoppen. Op 15 augustus 1947 werd India onafhankelijk en werd India gesplitst in een Hindoe- en een Moslimstaat (Pakistan). 

Naast vrienden had Gandhi tijdens zijn jarenlange strijd ook vijanden gemaakt. Een van zijn grootste tegenstander was de extremistische Hindoe Nuthuram Godse, leider van een samenzwering van zeven mannen. In 1947 startte Nuthuram met de voorbereiding voor een aanslag. Hij verzamelde twee pistolen en vijf handgranaten. Op 20 januari beraamden ze de eerste aanslag. Het plan was om tijdens het avondgebed in Brila-huis de explosieven tot ontploffing te brengen en tijdens de chaos Gandhi te vermoorden. De handlangers waren het echter oneens wie welke taak kreeg en ook werkten de twee pistolen niet. Desondanks zetten ze hun plannen voort. De springlading werd door Pagwa tot ontploffing gebracht. De muur waar Ghandi vlakbij aan het bidden was werd door de ontploffing verwoest. Gandhi liet zich niet van de wijs brengen en zei: “Als wij nu al om niets in paniek raken, hoe moet het dan als er echt iets gebeurd.” Pagwa werd gearresteerd maar zijn handlangers wisten te ontkomen. 

Op 30 januari, tien dagen na een eerdere poging, waagde Godse een nieuwe aanslag op Gandhi. Die dag bracht Gandhi door met gesprekken en gebeden. Na het avondmaal ging hij, samen met zijn nichten Abha en Manu, naar het avondgebed. Een jongeman liep hen tegemoet en wilde Gandhi's voeten aanraken.

Manu verzocht hem dit niet te doen, maar hij negeerde haar. Terwijl hij naar voren boog, schoot hij drie kogels af. Gandhi stortte in en mompelde: "He Ram" (Oh God).

De dader werd opgepakt en het proces tegen de samenzweerders duurde acht maanden. Uiteindelijk kregen Godse en een andere man de doodstraf en werden op 15 november opgehangen voor de moord op Mahatma Gandhi.

Paperblanks gebruikt regelmatig bekende schrijvers, tekenaars en kunstenaars als inspiratie voor hun notitieboeken, bullet journals en agenda's.

18 juni 2020